Wat zijn jouw taken als performancemanager?

“Het werk is nogal breed. Het belangrijkste is om de voorwaarden zodanig te scheppen dat er gewonnen kan worden. Dat betekent dat het materiaal optimaal moet zijn en de rensters fysiek gezien het beste uit zichzelf moeten kunnen halen. Maar het blijft sport, we kunnen niet van tevoren alles berekenen en zeggen: als we het zo doen, hebben we gegarandeerd succes. Aan de tekentafel win je geen koersen.”

Wat is typerend voor jouw aanpak?

“Ik ben en blijf een wetenschapper, dus er moet bewijs zijn voor de lijn die we volgen. In sportonderzoek zijn we gewend om met kleine aantallen sporters te werken. Dus je moet voorzichtig zijn met het trekken van algemene conclusies. Een bepaalde aanpak hoeft niet voor al onze rensters te werken. Het blijft maatwerk, we kijken heel goed naar het individu. Bij wat we doen, zoeken we wel steeds naar een wetenschappelijk gefundeerde basis.”

Wat valt je op fysiologisch vlak op?

“Van elke renster hebben we met behulp van fysieke tests een profiel gemaakt: waarin zijn ze goed en waar kunnen ze nog stappen maken? Vooropgesteld: alle rensters presteren bovengemiddeld goed. Het zijn veelal jonge rensters en met gerichte training is de top zeker haalbaar. Van topwielrensters weten we dat hun maximale prestatievermogen overeenkomt met een Anaerobe Drempel Vermogen van ongeveer 5,8 watt per kilogram lichaamsgewicht. De meeste rensters zitten daar nog niet aan. Als ik nu naar de fysieke mogelijkheden kijk, dan steekt Ashleigh Moolman Pasio er bovenuit. Ook Jeanne Korevaar heeft een grote motor. Zij trapt uitstekende waarden, en dat op het hele profiel. Marianne Vos kan vooral een minuut lang heel hard trappen, ongelooflijk. Aan de hand van deze profielen kunnen trainers de trainingsschema’s aanpassen en optimaliseren. Ik bewaak de progressie over de gehele breedte.”

Wat kan CCC-Liv winnen op technisch vlak?

“Kijk naar de Giro Rosa van afgelopen jaar. Ashleigh Moolman Pasio verliest de Giro grotendeels op de tijdrit. Ze heeft een grote motor, al zal die van eindwinnares Annemiek van Vleuten zeker ook groot zijn. Door nog beter naar de techniek te kijken en slimme verbeteringen door te voeren, kunnen we in haar tijdrit misschien wel een halve minuut winst boeken. De volledige set-up en afstelling van de fiets moet kloppen: de juiste banden, onderdelen, olie, noem maar op.”

Hoe pak je dat aan?

“Er is een ingewikkelde formule voor hoe snel je kunt rijden met een bepaald vermogen. Daarop zijn allerlei zaken van invloed: luchtweerstand, rolweerstand, mechanische weerstand. Bij het meten kun je bepaalde factoren constant houden en daarbij één ding aanpassen. Vervolgens meet je welke set-up de snelste is. CCC-Liv heeft een aantal wedstrijden uitgekozen waarin ze echt goed wil zijn. De Ronde van Vlaanderen is daar eentje van. De rensters rijden daar straks met een specifieke set-up die past bij deze wedstrijd. De fiets zal anders zijn dan bijvoorbeeld tijdens de Ladies Tour.”

Hoe vind je die juiste set-up?

“We werken met onder meer een aeropod, een pivotbuisje aan het stuur waarmee de luchtweerstand wordt gemeten. Verder hebben we op de Radboud Universiteit een testopstelling gebouwd waarmee we onderzoeken met welke oliën we het beste kunnen werken. Met een aantal hypothesen testen we wat het beste is. Pas daarna komen de rensters in beeld, we gaan dan met hen naar de kasseien: wat vinden zij ervan? Wat is hun gevoel erbij? Rensters moeten geloven in de fiets die volgens berekeningen de beste is.”

Wat verwacht je van de samenwerking met CEMA Bearing?

“CEMA levert ons onderdelen met keramische lagers die onze Liv-fietsen nog performanter maken. CEMA ontwikkelde speciale hybride keramische lagers die uitermate geschikt zijn voor onze fietsen. Ze hebben een lagere rolweerstand en lopen dus lichter dan veel standaardproducten. Dat verschil merk je hoe dan ook in de wattage. Hoe groot dit voordeel in de praktijk is, gaan we binnenkort precies meten, maar wij ramen het momenteel op 3 à 4 watt. Verder gebruiken we derailleurwieltjes van CEMA, met een volledig keramische lager. Ook dit levert een voordeel op: misschien amper 1 watt, maar samen met de voordelen bij de andere onderdelen vormen al die beetjes wel degelijk een meerwaarde. Als onze rensters straks in de Giro Rosa elke dag continu enkele watts minder hoeven te leveren om net zo hard te blijven rijden, kan dat in de laatste dagen van zo’n lange ronde een doorslaggevende rol spelen. Zeker weten!”